Flinders Ranges

De laatste week in Australië begon met het ophalen van onze “gewone” auto en het inleveren van onze rijdende bungalow. De verhuurbedrijven waren gauw gevonden en alles was best snel geregeld, dus onderweg naar Flinders Ranges National Park. Maar ja, toen moesten we Adelaide uit. En een navigatie hadden we niet, maar wel een best gedetailleerde kaart. Als de wegen opeens andere nummers hebben dan in ons routeboek, dan kan het wel eens verkeerd gaan. Dus een leuke rondritje Adelaide gehad van zo’n 40 km op aanwijzing van mij, en door hulp van een aardige Australiër, de goede kant op gedirigeerd.
De rit naar Flinders was zo’n 420 kilometer. En dat was voor ons doen best een lange rit. Maar de Corolla deed goed haar best en rond 18.00 uur kwamen we aan op Rawnsley Station. Ingecheckt en toen naar onze eco-villa. En een villa mocht je dit wel noemen. De muren zijn opgetrokken uit strobalen en inpandig is een soort losse wand geplaatst voor de slaapkamer. Het plafond is een elektrisch verschuifbaar doek, waardoor je ’s avonds en ’s nachts naar de sterren kunt kijken door het dakraam. Heel bijzonder! Aan twee kanten van de villa is een prachtige veranda, waar we de overige 3 dagen veelvuldig hebben gezeten.

Op het park is ook een prima restaurant, waar we de eerste avond heerlijk hebben gegeten: Henk had gefrituurde krab (en dat was in zijn geheel en kon je met huid en haar opeten) en salade met kangoeroe. Ik had een vegetarische salade met bietjes en als hoofdgerecht heerlijk lam met een mintkorstje. Smullen!!
De temperatuur in Flinders was aanmerkelijk hoger dan in het zuiden. Alle dagen hadden we rond de 35 graden, maar het was heerlijk. Zwemmen konden we in het zwembad van de camping van het park, dus afkoelen na onze activiteiten ging prima.

De dag na onze aankomst hebben we een dag helemaal niets gedaan, behalve zwemmen, lezen, puzzelen en lekker ontspannen.
Door het reisbureau was voor ons al een 4x4 autotour geboekt door Rawnsley Station en het nationaal park. Om half 9 werden we opgehaald en met nog een Nederlands stel zijn we de hele dag rondgereden en flink door elkaar gehusseld. Maar we hebben echt alles gezien. Fossielen in de stenen, de oeroude Yacca-boom, rondleiding in een vroegere kopermijn, en alle mogelijke dieren: emoes, een soort draakje, heel veel “gewone” kangoeroes en de zeer zeldzame yellow footed rock wallaby. Een kleine kangoeroe met een geringde staart en geel/oranje voeten. En natuurlijk alles gehoord  over het ontstaan van het park en hoe oud het allemaal wel niet was (natuurlijk was dit het oudste, mooiste park van heeel Australië).
Wat een dag. Stoffig, enigszins geradbraakt, maar zeer voldaan waren we om 6 uur weer terug op het park.

Op onze laatste dag in Flinders hebben we de wandelschoenen aangetrokken en een prachtige wandeling gemaakt naar Wilpena Pound. Heerlijk door het bos naar een mooi uitzichtpunt. Vroeg vertrokken om het niet te warm te krijgen, maar er was gelukkig voldoende schaduw. Natuurlijk lekker gezwommen en ‘s avonds de tassen ingepakt voor ons vertrek naar Aldgate. Deze rit zou over dezelfde route gaan als de heenweg, dus goed de kaart bekeken en een andere planning gemaakt. Ik had een weg gevonden met heel veel bochtjes. Met een strak rijdende Corolla en Henk achter het stuur had ik daar alle vertrouwen in. En dat bleek, Henk leek wel een ralleyrijder. Helemaal blij klom hij na de rit uit de auto. Wat bleekjes om mijn neus, was ik toch wel erg opgelucht.

En in Aldgate opnieuw een heerlijk appartement. Hier weliswaar geen eigen buiten, maar wel met een mooie tuin met een koala in de boom. Morgen nog hier de omgeving verkennen en dan is de dag aangebroken om ons klaar te maken voor onze terugreis.